
Jurisprudentie
BF6652
Datum uitspraak2008-10-06
Datum gepubliceerd2008-10-07
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
ZaaknummersHA-RK 08.666
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-10-07
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
ZaaknummersHA-RK 08.666
Statusgepubliceerd
Indicatie
Op verzoek van DNB wordt de noodregeling toegepast. Indover heeft een aanzienlijk liquiditeitstekort en is niet in staat daarin te voorzien door de verkoop of het belenen van haar leningenportefeuille. De aandeelhouder heeft haar heden niet willen financieren en er zijn geen concrete aanwijzingen dat de aandeelhouder of een derde op korte termijn voldoende aan Indover zal willen lenen om in haar liquiditeistnood te voorzien.
Uitspraak
rekestnummer HA-RK 08.666
6 oktober 2008
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
TWEEDE ENKELVOUDIGE KAMER
Beschikking op het op 6 oktober 2008 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift van:
de naamloze vennootschap DE NEDERLANDSCHE BANK N.V.,
statutair gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
advocaten mrs. A.J. Haasjes en A.J.P. Tillema,
welk verzoekschrift is gericht tegen:
de naamloze vennootschap DE INDONESISCHE OVERZEESE BANK N.V., gevestigd te Amsterdam,
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam,
onder dossiernummer: 33115145,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam aan de Stadhouderskade 84,
gerekwestreerde,
advocaten mrs. R. Abendroth en S. Jansen.
Verzoekster wordt hierna DNB genoemd. Gerekwestreerde wordt Indover genoemd.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Het verzoek is behandeld op een niet openbare terechtzitting als bedoeld in artikel 3:162 lid 2 Wet op het financieel toezicht (WFT). Indover is daar vrijwillig verschenen. Bij die gelegenheid hebben de raadslieden van DNB het verzoekschrift toegelicht. De advocaten van Indover hebben verweer gevoerd.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. DNB verzoekt de rechtbank de noodregeling uit te spreken ten aanzien van Indover voor de duur van anderhalf jaar, met benoeming van een bewindvoerder en een rechter-commissaris.
Zij legt aan dit verzoek ten grondslag dat Indover een kredietinstelling is die beschikt over een vergunning als bedoeld in 2:11 en 2:12 WFT. DNB heeft geconstateerd dat Indover niet beschikt over de liquide middelen om het liquiditeitstekort van $ 92,1 mln te voldoen. Bovendien heeft DNB gesteld dat het liquiditeitstekort tot en met 9 oktober 2008 met circa $ 37 mln zal toenemen. Zij heeft zich hierbij gebaseerd op de door Indover zelf verstrekte gegevens. Voorts heeft DNB aangevoerd dat de enige aandeel-houder van Indover, de Bank Indonesia, niet bereid is in het vandaag ontstane liquidi-teitstekort te voorzien. Ook is DNB gebleken dat de activa waarover Indover beschikt moeilijk verhandelbaar zijn en derhalve het liquiditeitsprobleem op korte termijn niet kunnen oplossen. Ten aanzien van de mogelijke andere bronnen om in het liquiditeitstekort te voorzien heeft DNB gesteld dat hierover geen enkele zekerheid bestaat.
Er is afgezien van een verzoek tot Emergency Liquidity Assistence bij DNB, nu Indover daarvoor geen adequaat onderpand kan verstrekken. Daarmee is er een acuut en onoplosbaar liquiditeitsprobleem.
DNB acht toewijzing van het verzoek in het belang van de crediteuren.
2. Indover heeft ter terechtzitting erkend dat er sprake is van een acuut liquiditeits-probleem. De door DNB gestelde beperkte mogelijkheden om haar leningenporte-feuille te gelde te maken dan wel te belenen zijn door Indover niet betwist.
Indover heeft verzocht de noodregeling niet nu uit te spreken teneinde haar nog in de gelegenheid te stellen in de aankomende dagen in het liquiditeitstekort te voorzien door het aantrekken van leningen van derden.
3. De rechtbank is van oordeel dat het acute liquiditeitsprobleem van Indover vaststaat. Ook staat vast dat de aandeelhouder van Indover niet bereid is geweest daar vandaag in te voorzien, terwijl er geen concrete aanwijzingen zijn dat dit de komende dagen anders zal zijn. Wat het gestelde onderpand betreft is de omvang onvoldoende om door het te gelde maken daarvan of door belening op korte termijn in de ontstane liquiditeitsnood te voorzien. Concrete aanwijzingen waarop het vertrouwen kan worden gebaseerd dat van derden voldoende gelden zullen kunnen worden aangetrokken om het liquiditeitsprobleem dat is ontstaan te verhelpen, zijn er niet. Daar komt bij dat het tekort volgens de gegevens van Indover de komende dagen zal toenemen.
4. Gezien het bovenstaande acht de rechtbank de toewijzing van het verzoek geboden.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart op de naamloze vennootschap DE INDONESISCHE OVERZEESE BANK N.V. de noodregeling van toepassing;
- bepaalt de duur van deze maatregel op anderhalf jaar;
- benoemt tot rechter-commissaris het lid van deze rechtbank mr. M.L.D. Akkaya;
- benoemt tot bewindvoerder de advocaat en procureur mr. A. van Hees, Postbus 75640 1070 AP Amsterdam;
- benoemt tot bewindvoerder de heer H.P. de Haan RA, Postbus 75640, 1070 AP Amsterdam;
- machtigt de bewindvoerders zowel tot overdracht van het geheel of een gedeelte van de verbintenissen van De Indonesische Overzeese Bank N.V. als tot gehele of gedeeltelijke liquidatie van het bedrijf van De Indonesische Overzeese Bank N.V.;
- bepaalt dat de publicatie van deze beschikking zal plaatsvinden door de bewind-voerders op de wijze als bepaald in artikel 3:162 lid 5 WFT;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door mr. R.H.C. Jongeneel, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 oktober 2008 te 22.20 uur, in tegenwoordigheid van mr. R. Mons als griffier.